Als je nog ergens op Java de bouwkunst uit de koloniale tijd wilt zien, dan is Bandung wel the place to be. Bekende architecten zoals Schoemaker en Aalders deden hier hun werk. In het begin van de 20e eeuw was er het voornemen om van Bandung de hoofdstad te maken. Aanzetten ervoor kun je zien. Een groot plein waaromheen de ministeries moesten komen, wat bredere straten en meer groen in de stad. Maar tegenwerking vanuit Jakarta, de beide Wereldoorlogen en de crisis, hebben ervoor gezorgd dat het plan niet geslaagd is. Maar prachtige gebouwen staan er. We waren bij de villa Isola. Prachtig gelegen tegen een heuvel. De vorm van de boeg van een schip. We konden ook binnen kijken. Was wel heel mooi. Een ander pronkstuk is het Gedung Sateh. Het gebouw ontleent zijn naam aan de zuiltjes langs de ramen met aan de uiteinden verdikkingen. Een ander hoogtepunt is de Technische universiteit. De architect liet zich inspireren door de Indische leefomgeving. Een schitterende aula met een prachtig bewerkte houten constructie konden we even binnen, dankzij de hulp van een vriendelijke beheerder. Ook ons hotel niet te vergeten, Savoy Homann. Van binnen en van buiten een prachtige architectuur. Tot in de kleinste details doorgevoerd. Zelfs de prullenbakken in de kamers zijn in stijl. Hier vlakbij het warenhuis de Vries. Eén van de eerste warenhuizen in zijn soort. En dan de Braga. Toen dé winkelstraat en dat is het nog. Op veel gebouwen een plaquette met de naam van de architect en de toenmalige functie van het gebouw. In het verlengde van deze straat het hoofdkantoor van de Java bank, nu bank Indonesia. Prachtig van structuur en rijk versierd met beeldhouwwerk. Kortom een rijke Nederlandse geschiedenis in deze stad. ’s Avonds gingen we dan ook eten in restaurant uit die tijd en nu eens geen rijst, maar aardappels!